INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- koesterde
- koesterde
- koesterde
- koesterde
- koesterden
- koesterden
- koesterden
O.v.t. (Past)
- zal koesteren
- zult koesteren
- zal koesteren
- zult koesteren
- zult koesteren
- zullen koesteren
- zullen koesteren
O.t.t.t. (Future)
- had gekoesterd
- had gekoesterd
- had gekoesterd
- had gekoesterd
- hadden gekoesterd
- hadden gekoesterd
- hadden gekoesterd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gekoesterd
- hebt gekoesterd
- heeft gekoesterd
- hebt gekoesterd
- hebben gekoesterd
- hebben gekoesterd
- hebben gekoesterd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gekoesterd hebben
- zult gekoesterd hebben
- zal gekoesterd hebben
- zult gekoesterd hebben
- zult gekoesterd hebben
- zullen gekoesterd hebben
- zullen gekoesterd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gekoesterd hebben
- zou gekoesterd hebben
- zou gekoesterd hebben
- zou gekoesterd hebben
- zouden gekoesterd hebben
- zouden gekoesterd hebben
- zouden gekoesterd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)