INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

• klienen

O.t.t. (Present)

• kliende
• kliende
• kliende
• kliende
• klienden
• klienden
• klienden

O.v.t. (Past)

• zal klienen
• zult klienen
• zal klienen
• zult klienen
• zult klienen
• zullen klienen
• zullen klienen

O.t.t.t. (Future)

• had gekliend
• had gekliend
• had gekliend
• had gekliend
• hadden gekliend
• hadden gekliend
• hadden gekliend

O.v.t.t. (Condicional)

• heb gekliend
• hebt gekliend
• heeft gekliend
• hebt gekliend
• hebben gekliend
• hebben gekliend
• hebben gekliend

V.t.t.t. (Future Perfect)

• zal gekliend hebben
• zult gekliend hebben
• zal gekliend hebben
• zult gekliend hebben
• zult gekliend hebben
• zullen gekliend hebben
• zullen gekliend hebben

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

• zou gekliend hebben
• zou gekliend hebben
• zou gekliend hebben
• zou gekliend hebben
• zouden gekliend hebben
• zouden gekliend hebben
• zouden gekliend hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

• worden gekliend
•  

O.v.t. (Past)

• worden gekliend
•  

O.t.t.t. (Future)

• zullen gekliend worden
•  

O.v.t.t. (Condicional)

• zouden gekliend worden
•  

V.t.t. (Present Perfect)

• zijn gekliend
•  

V.v.t. (Past Perfect)

• was gekliend
•  

V.t.t.t. (Future Perfect)

• zullen gekliend zijn
•  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

• zouden gekliend zijn
•