NL.png klasseren

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • klasseren

O.t.t. (Present)

  • klasseerde
  • klasseerde
  • klasseerde
  • klasseerde
  • klasseerden
  • klasseerden
  • klasseerden
 

O.v.t. (Past)

  • zal klasseren
  • zult klasseren
  • zal klasseren
  • zult klasseren
  • zult klasseren
  • zullen klasseren
  • zullen klasseren

O.t.t.t. (Future)

  • had geklasseerd
  • had geklasseerd
  • had geklasseerd
  • had geklasseerd
  • hadden geklasseerd
  • hadden geklasseerd
  • hadden geklasseerd
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb geklasseerd
  • hebt geklasseerd
  • heeft geklasseerd
  • hebt geklasseerd
  • hebben geklasseerd
  • hebben geklasseerd
  • hebben geklasseerd

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal geklasseerd hebben
  • zult geklasseerd hebben
  • zal geklasseerd hebben
  • zult geklasseerd hebben
  • zult geklasseerd hebben
  • zullen geklasseerd hebben
  • zullen geklasseerd hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou geklasseerd hebben
  • zou geklasseerd hebben
  • zou geklasseerd hebben
  • zou geklasseerd hebben
  • zouden geklasseerd hebben
  • zouden geklasseerd hebben
  • zouden geklasseerd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden geklasseerd
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden geklasseerd
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen geklasseerd worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden geklasseerd worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn geklasseerd
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was geklasseerd
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen geklasseerd zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden geklasseerd zijn
  •