INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- kinderde
- kinderde
- kinderde
- kinderde
- kinderden
- kinderden
- kinderden
O.v.t. (Past)
- zal kinderen
- zult kinderen
- zal kinderen
- zult kinderen
- zult kinderen
- zullen kinderen
- zullen kinderen
O.t.t.t. (Future)
- had gekinderd
- had gekinderd
- had gekinderd
- had gekinderd
- hadden gekinderd
- hadden gekinderd
- hadden gekinderd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gekinderd
- hebt gekinderd
- heeft gekinderd
- hebt gekinderd
- hebben gekinderd
- hebben gekinderd
- hebben gekinderd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gekinderd hebben
- zult gekinderd hebben
- zal gekinderd hebben
- zult gekinderd hebben
- zult gekinderd hebben
- zullen gekinderd hebben
- zullen gekinderd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gekinderd hebben
- zou gekinderd hebben
- zou gekinderd hebben
- zou gekinderd hebben
- zouden gekinderd hebben
- zouden gekinderd hebben
- zouden gekinderd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)