INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- keerde
- keerde
- keerde
- keerde
- keerden
- keerden
- keerden
O.v.t. (Past)
- zal keren
- zult keren
- zal keren
- zult keren
- zult keren
- zullen keren
- zullen keren
O.t.t.t. (Future)
- had gekeerd
- had gekeerd
- had gekeerd
- had gekeerd
- hadden gekeerd
- hadden gekeerd
- hadden gekeerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gekeerd
- hebt gekeerd
- heeft gekeerd
- hebt gekeerd
- hebben gekeerd
- hebben gekeerd
- hebben gekeerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gekeerd hebben
- zult gekeerd hebben
- zal gekeerd hebben
- zult gekeerd hebben
- zult gekeerd hebben
- zullen gekeerd hebben
- zullen gekeerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gekeerd hebben
- zou gekeerd hebben
- zou gekeerd hebben
- zou gekeerd hebben
- zouden gekeerd hebben
- zouden gekeerd hebben
- zouden gekeerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)