INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- karateerde
- karateerde
- karateerde
- karateerde
- karateerden
- karateerden
- karateerden
O.v.t. (Past)
- zal karateren
- zult karateren
- zal karateren
- zult karateren
- zult karateren
- zullen karateren
- zullen karateren
O.t.t.t. (Future)
- had gekarateerd
- had gekarateerd
- had gekarateerd
- had gekarateerd
- hadden gekarateerd
- hadden gekarateerd
- hadden gekarateerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gekarateerd
- hebt gekarateerd
- heeft gekarateerd
- hebt gekarateerd
- hebben gekarateerd
- hebben gekarateerd
- hebben gekarateerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gekarateerd hebben
- zult gekarateerd hebben
- zal gekarateerd hebben
- zult gekarateerd hebben
- zult gekarateerd hebben
- zullen gekarateerd hebben
- zullen gekarateerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gekarateerd hebben
- zou gekarateerd hebben
- zou gekarateerd hebben
- zou gekarateerd hebben
- zouden gekarateerd hebben
- zouden gekarateerd hebben
- zouden gekarateerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gekarateerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gekarateerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)