INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- kapittelde
- kapittelde
- kapittelde
- kapittelde
- kapittelden
- kapittelden
- kapittelden
O.v.t. (Past)
- zal kapittelen
- zult kapittelen
- zal kapittelen
- zult kapittelen
- zult kapittelen
- zullen kapittelen
- zullen kapittelen
O.t.t.t. (Future)
- had gekapitteld
- had gekapitteld
- had gekapitteld
- had gekapitteld
- hadden gekapitteld
- hadden gekapitteld
- hadden gekapitteld
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gekapitteld
- hebt gekapitteld
- heeft gekapitteld
- hebt gekapitteld
- hebben gekapitteld
- hebben gekapitteld
- hebben gekapitteld
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gekapitteld hebben
- zult gekapitteld hebben
- zal gekapitteld hebben
- zult gekapitteld hebben
- zult gekapitteld hebben
- zullen gekapitteld hebben
- zullen gekapitteld hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gekapitteld hebben
- zou gekapitteld hebben
- zou gekapitteld hebben
- zou gekapitteld hebben
- zouden gekapitteld hebben
- zouden gekapitteld hebben
- zouden gekapitteld hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gekapitteld worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gekapitteld worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)