NL.png kapitaliseren

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • kapitaliseren

O.t.t. (Present)

  • kapitaliseerde
  • kapitaliseerde
  • kapitaliseerde
  • kapitaliseerde
  • kapitaliseerden
  • kapitaliseerden
  • kapitaliseerden
 

O.v.t. (Past)

  • zal kapitaliseren
  • zult kapitaliseren
  • zal kapitaliseren
  • zult kapitaliseren
  • zult kapitaliseren
  • zullen kapitaliseren
  • zullen kapitaliseren

O.t.t.t. (Future)

  • had gekapitaliseerd
  • had gekapitaliseerd
  • had gekapitaliseerd
  • had gekapitaliseerd
  • hadden gekapitaliseerd
  • hadden gekapitaliseerd
  • hadden gekapitaliseerd
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb gekapitaliseerd
  • hebt gekapitaliseerd
  • heeft gekapitaliseerd
  • hebt gekapitaliseerd
  • hebben gekapitaliseerd
  • hebben gekapitaliseerd
  • hebben gekapitaliseerd

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal gekapitaliseerd hebben
  • zult gekapitaliseerd hebben
  • zal gekapitaliseerd hebben
  • zult gekapitaliseerd hebben
  • zult gekapitaliseerd hebben
  • zullen gekapitaliseerd hebben
  • zullen gekapitaliseerd hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou gekapitaliseerd hebben
  • zou gekapitaliseerd hebben
  • zou gekapitaliseerd hebben
  • zou gekapitaliseerd hebben
  • zouden gekapitaliseerd hebben
  • zouden gekapitaliseerd hebben
  • zouden gekapitaliseerd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden gekapitaliseerd
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden gekapitaliseerd
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen gekapitaliseerd worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden gekapitaliseerd worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn gekapitaliseerd
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was gekapitaliseerd
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen gekapitaliseerd zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden gekapitaliseerd zijn
  •