INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- kalmeerde
- kalmeerde
- kalmeerde
- kalmeerde
- kalmeerden
- kalmeerden
- kalmeerden
O.v.t. (Past)
- zal kalmeren
- zult kalmeren
- zal kalmeren
- zult kalmeren
- zult kalmeren
- zullen kalmeren
- zullen kalmeren
O.t.t.t. (Future)
- was gekalmeerd
- was gekalmeerd
- was gekalmeerd
- was gekalmeerd
- waren gekalmeerd
- waren gekalmeerd
- waren gekalmeerd
O.v.t.t. (Condicional)
- ben gekalmeerd
- bent gekalmeerd
- is gekalmeerd
- bent gekalmeerd
- zijn gekalmeerd
- zijn gekalmeerd
- zijn gekalmeerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gekalmeerd zijn
- zult gekalmeerd zijn
- zal gekalmeerd zijn
- zult gekalmeerd zijn
- zult gekalmeerd zijn
- zullen gekalmeerd zijn
- zullen gekalmeerd zijn
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gekalmeerd zijn
- zou gekalmeerd zijn
- zou gekalmeerd zijn
- zou gekalmeerd zijn
- zouden gekalmeerd zijn
- zouden gekalmeerd zijn
- zouden gekalmeerd zijn
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)