INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- garandeerde
- garandeerde
- garandeerde
- garandeerde
- garandeerden
- garandeerden
- garandeerden
O.v.t. (Past)
- zal garanderen
- zult garanderen
- zal garanderen
- zult garanderen
- zult garanderen
- zullen garanderen
- zullen garanderen
O.t.t.t. (Future)
- had gegarandeerd
- had gegarandeerd
- had gegarandeerd
- had gegarandeerd
- hadden gegarandeerd
- hadden gegarandeerd
- hadden gegarandeerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gegarandeerd
- hebt gegarandeerd
- heeft gegarandeerd
- hebt gegarandeerd
- hebben gegarandeerd
- hebben gegarandeerd
- hebben gegarandeerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gegarandeerd hebben
- zult gegarandeerd hebben
- zal gegarandeerd hebben
- zult gegarandeerd hebben
- zult gegarandeerd hebben
- zullen gegarandeerd hebben
- zullen gegarandeerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gegarandeerd hebben
- zou gegarandeerd hebben
- zou gegarandeerd hebben
- zou gegarandeerd hebben
- zouden gegarandeerd hebben
- zouden gegarandeerd hebben
- zouden gegarandeerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gegarandeerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gegarandeerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)