INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- galliseerde
- galliseerde
- galliseerde
- galliseerde
- galliseerden
- galliseerden
- galliseerden
O.v.t. (Past)
- zal galliseren
- zult galliseren
- zal galliseren
- zult galliseren
- zult galliseren
- zullen galliseren
- zullen galliseren
O.t.t.t. (Future)
- had gegalliseerd
- had gegalliseerd
- had gegalliseerd
- had gegalliseerd
- hadden gegalliseerd
- hadden gegalliseerd
- hadden gegalliseerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gegalliseerd
- hebt gegalliseerd
- heeft gegalliseerd
- hebt gegalliseerd
- hebben gegalliseerd
- hebben gegalliseerd
- hebben gegalliseerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gegalliseerd hebben
- zult gegalliseerd hebben
- zal gegalliseerd hebben
- zult gegalliseerd hebben
- zult gegalliseerd hebben
- zullen gegalliseerd hebben
- zullen gegalliseerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gegalliseerd hebben
- zou gegalliseerd hebben
- zou gegalliseerd hebben
- zou gegalliseerd hebben
- zouden gegalliseerd hebben
- zouden gegalliseerd hebben
- zouden gegalliseerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gegalliseerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gegalliseerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)