INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- frictioneerde
- frictioneerde
- frictioneerde
- frictioneerde
- frictioneerden
- frictioneerden
- frictioneerden
O.v.t. (Past)
- zal frictioneren
- zult frictioneren
- zal frictioneren
- zult frictioneren
- zult frictioneren
- zullen frictioneren
- zullen frictioneren
O.t.t.t. (Future)
- had gefrictioneerd
- had gefrictioneerd
- had gefrictioneerd
- had gefrictioneerd
- hadden gefrictioneerd
- hadden gefrictioneerd
- hadden gefrictioneerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gefrictioneerd
- hebt gefrictioneerd
- heeft gefrictioneerd
- hebt gefrictioneerd
- hebben gefrictioneerd
- hebben gefrictioneerd
- hebben gefrictioneerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gefrictioneerd hebben
- zult gefrictioneerd hebben
- zal gefrictioneerd hebben
- zult gefrictioneerd hebben
- zult gefrictioneerd hebben
- zullen gefrictioneerd hebben
- zullen gefrictioneerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gefrictioneerd hebben
- zou gefrictioneerd hebben
- zou gefrictioneerd hebben
- zou gefrictioneerd hebben
- zouden gefrictioneerd hebben
- zouden gefrictioneerd hebben
- zouden gefrictioneerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gefrictioneerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gefrictioneerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zullen gefrictioneerd zijn
-
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zouden gefrictioneerd zijn
-