INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

• fragmentariseren

O.t.t. (Present)

• fragmentariseerde
• fragmentariseerde
• fragmentariseerde
• fragmentariseerde
• fragmentariseerden
• fragmentariseerden
• fragmentariseerden

O.v.t. (Past)

• zal fragmentariseren
• zult fragmentariseren
• zal fragmentariseren
• zult fragmentariseren
• zult fragmentariseren
• zullen fragmentariseren
• zullen fragmentariseren

O.t.t.t. (Future)

• had gefragmentariseerd
• had gefragmentariseerd
• had gefragmentariseerd
• had gefragmentariseerd
• hadden gefragmentariseerd
• hadden gefragmentariseerd
• hadden gefragmentariseerd

O.v.t.t. (Condicional)

• heb gefragmentariseerd
• hebt gefragmentariseerd
• heeft gefragmentariseerd
• hebt gefragmentariseerd
• hebben gefragmentariseerd
• hebben gefragmentariseerd
• hebben gefragmentariseerd

V.t.t.t. (Future Perfect)

• zal gefragmentariseerd hebben
• zult gefragmentariseerd hebben
• zal gefragmentariseerd hebben
• zult gefragmentariseerd hebben
• zult gefragmentariseerd hebben
• zullen gefragmentariseerd hebben
• zullen gefragmentariseerd hebben

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

• zou gefragmentariseerd hebben
• zou gefragmentariseerd hebben
• zou gefragmentariseerd hebben
• zou gefragmentariseerd hebben
• zouden gefragmentariseerd hebben
• zouden gefragmentariseerd hebben
• zouden gefragmentariseerd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

• worden gefragmentariseerd
•  

O.v.t. (Past)

• worden gefragmentariseerd
•  

O.t.t.t. (Future)

• zullen gefragmentariseerd worden
•  

O.v.t.t. (Condicional)

• zouden gefragmentariseerd worden
•  

V.t.t. (Present Perfect)

• zijn gefragmentariseerd
•  

V.v.t. (Past Perfect)

• was gefragmentariseerd
•  

V.t.t.t. (Future Perfect)

• zullen gefragmentariseerd zijn
•  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

• zouden gefragmentariseerd zijn
•