INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- fouilleerde
- fouilleerde
- fouilleerde
- fouilleerde
- fouilleerden
- fouilleerden
- fouilleerden
O.v.t. (Past)
- zal fouilleren
- zult fouilleren
- zal fouilleren
- zult fouilleren
- zult fouilleren
- zullen fouilleren
- zullen fouilleren
O.t.t.t. (Future)
- had gefouilleerd
- had gefouilleerd
- had gefouilleerd
- had gefouilleerd
- hadden gefouilleerd
- hadden gefouilleerd
- hadden gefouilleerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gefouilleerd
- hebt gefouilleerd
- heeft gefouilleerd
- hebt gefouilleerd
- hebben gefouilleerd
- hebben gefouilleerd
- hebben gefouilleerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gefouilleerd hebben
- zult gefouilleerd hebben
- zal gefouilleerd hebben
- zult gefouilleerd hebben
- zult gefouilleerd hebben
- zullen gefouilleerd hebben
- zullen gefouilleerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gefouilleerd hebben
- zou gefouilleerd hebben
- zou gefouilleerd hebben
- zou gefouilleerd hebben
- zouden gefouilleerd hebben
- zouden gefouilleerd hebben
- zouden gefouilleerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gefouilleerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gefouilleerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)