INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- focusseerde
- focusseerde
- focusseerde
- focusseerde
- focusseerden
- focusseerden
- focusseerden
O.v.t. (Past)
- zal focusseren
- zult focusseren
- zal focusseren
- zult focusseren
- zult focusseren
- zullen focusseren
- zullen focusseren
O.t.t.t. (Future)
- had gefocusseerd
- had gefocusseerd
- had gefocusseerd
- had gefocusseerd
- hadden gefocusseerd
- hadden gefocusseerd
- hadden gefocusseerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gefocusseerd
- hebt gefocusseerd
- heeft gefocusseerd
- hebt gefocusseerd
- hebben gefocusseerd
- hebben gefocusseerd
- hebben gefocusseerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gefocusseerd hebben
- zult gefocusseerd hebben
- zal gefocusseerd hebben
- zult gefocusseerd hebben
- zult gefocusseerd hebben
- zullen gefocusseerd hebben
- zullen gefocusseerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gefocusseerd hebben
- zou gefocusseerd hebben
- zou gefocusseerd hebben
- zou gefocusseerd hebben
- zouden gefocusseerd hebben
- zouden gefocusseerd hebben
- zouden gefocusseerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gefocusseerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gefocusseerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)