INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

• flikflooien

O.t.t. (Present)

• flikflooide
• flikflooide
• flikflooide
• flikflooide
• flikflooiden
• flikflooiden
• flikflooiden

O.v.t. (Past)

• zal flikflooien
• zult flikflooien
• zal flikflooien
• zult flikflooien
• zult flikflooien
• zullen flikflooien
• zullen flikflooien

O.t.t.t. (Future)

• had geflikflooid
• had geflikflooid
• had geflikflooid
• had geflikflooid
• hadden geflikflooid
• hadden geflikflooid
• hadden geflikflooid

O.v.t.t. (Condicional)

• heb geflikflooid
• hebt geflikflooid
• heeft geflikflooid
• hebt geflikflooid
• hebben geflikflooid
• hebben geflikflooid
• hebben geflikflooid

V.t.t.t. (Future Perfect)

• zal geflikflooid hebben
• zult geflikflooid hebben
• zal geflikflooid hebben
• zult geflikflooid hebben
• zult geflikflooid hebben
• zullen geflikflooid hebben
• zullen geflikflooid hebben

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

• zou geflikflooid hebben
• zou geflikflooid hebben
• zou geflikflooid hebben
• zou geflikflooid hebben
• zouden geflikflooid hebben
• zouden geflikflooid hebben
• zouden geflikflooid hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

• worden geflikflooid
•  

O.v.t. (Past)

• worden geflikflooid
•  

O.t.t.t. (Future)

• zullen geflikflooid worden
•  

O.v.t.t. (Condicional)

• zouden geflikflooid worden
•  

V.t.t. (Present Perfect)

• zijn geflikflooid
•  

V.v.t. (Past Perfect)

• was geflikflooid
•  

V.t.t.t. (Future Perfect)

• zullen geflikflooid zijn
•  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

• zouden geflikflooid zijn
•