INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- filtreerde
- filtreerde
- filtreerde
- filtreerde
- filtreerden
- filtreerden
- filtreerden
O.v.t. (Past)
- zal filtreren
- zult filtreren
- zal filtreren
- zult filtreren
- zult filtreren
- zullen filtreren
- zullen filtreren
O.t.t.t. (Future)
- had gefiltreerd
- had gefiltreerd
- had gefiltreerd
- had gefiltreerd
- hadden gefiltreerd
- hadden gefiltreerd
- hadden gefiltreerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gefiltreerd
- hebt gefiltreerd
- heeft gefiltreerd
- hebt gefiltreerd
- hebben gefiltreerd
- hebben gefiltreerd
- hebben gefiltreerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gefiltreerd hebben
- zult gefiltreerd hebben
- zal gefiltreerd hebben
- zult gefiltreerd hebben
- zult gefiltreerd hebben
- zullen gefiltreerd hebben
- zullen gefiltreerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gefiltreerd hebben
- zou gefiltreerd hebben
- zou gefiltreerd hebben
- zou gefiltreerd hebben
- zouden gefiltreerd hebben
- zouden gefiltreerd hebben
- zouden gefiltreerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gefiltreerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gefiltreerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)