INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- feuilleteerde
- feuilleteerde
- feuilleteerde
- feuilleteerde
- feuilleteerden
- feuilleteerden
- feuilleteerden
O.v.t. (Past)
- zal feuilleteren
- zult feuilleteren
- zal feuilleteren
- zult feuilleteren
- zult feuilleteren
- zullen feuilleteren
- zullen feuilleteren
O.t.t.t. (Future)
- had gefeuilleteerd
- had gefeuilleteerd
- had gefeuilleteerd
- had gefeuilleteerd
- hadden gefeuilleteerd
- hadden gefeuilleteerd
- hadden gefeuilleteerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gefeuilleteerd
- hebt gefeuilleteerd
- heeft gefeuilleteerd
- hebt gefeuilleteerd
- hebben gefeuilleteerd
- hebben gefeuilleteerd
- hebben gefeuilleteerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gefeuilleteerd hebben
- zult gefeuilleteerd hebben
- zal gefeuilleteerd hebben
- zult gefeuilleteerd hebben
- zult gefeuilleteerd hebben
- zullen gefeuilleteerd hebben
- zullen gefeuilleteerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gefeuilleteerd hebben
- zou gefeuilleteerd hebben
- zou gefeuilleteerd hebben
- zou gefeuilleteerd hebben
- zouden gefeuilleteerd hebben
- zouden gefeuilleteerd hebben
- zouden gefeuilleteerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gefeuilleteerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gefeuilleteerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zullen gefeuilleteerd zijn
-
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zouden gefeuilleteerd zijn
-