INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- faxte
- faxte
- faxte
- faxte
- faxten
- faxten
- faxten
O.v.t. (Past)
- zal faxen
- zult faxen
- zal faxen
- zult faxen
- zult faxen
- zullen faxen
- zullen faxen
O.t.t.t. (Future)
- had gefaxt
- had gefaxt
- had gefaxt
- had gefaxt
- hadden gefaxt
- hadden gefaxt
- hadden gefaxt
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gefaxt
- hebt gefaxt
- heeft gefaxt
- hebt gefaxt
- hebben gefaxt
- hebben gefaxt
- hebben gefaxt
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gefaxt hebben
- zult gefaxt hebben
- zal gefaxt hebben
- zult gefaxt hebben
- zult gefaxt hebben
- zullen gefaxt hebben
- zullen gefaxt hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gefaxt hebben
- zou gefaxt hebben
- zou gefaxt hebben
- zou gefaxt hebben
- zouden gefaxt hebben
- zouden gefaxt hebben
- zouden gefaxt hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)