INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- fascineerde
- fascineerde
- fascineerde
- fascineerde
- fascineerden
- fascineerden
- fascineerden
O.v.t. (Past)
- zal fascineren
- zult fascineren
- zal fascineren
- zult fascineren
- zult fascineren
- zullen fascineren
- zullen fascineren
O.t.t.t. (Future)
- had gefascineerd
- had gefascineerd
- had gefascineerd
- had gefascineerd
- hadden gefascineerd
- hadden gefascineerd
- hadden gefascineerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gefascineerd
- hebt gefascineerd
- heeft gefascineerd
- hebt gefascineerd
- hebben gefascineerd
- hebben gefascineerd
- hebben gefascineerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gefascineerd hebben
- zult gefascineerd hebben
- zal gefascineerd hebben
- zult gefascineerd hebben
- zult gefascineerd hebben
- zullen gefascineerd hebben
- zullen gefascineerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gefascineerd hebben
- zou gefascineerd hebben
- zou gefascineerd hebben
- zou gefascineerd hebben
- zouden gefascineerd hebben
- zouden gefascineerd hebben
- zouden gefascineerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gefascineerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gefascineerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)