INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- fantaseerde
- fantaseerde
- fantaseerde
- fantaseerde
- fantaseerden
- fantaseerden
- fantaseerden
O.v.t. (Past)
- zal fantaseren
- zult fantaseren
- zal fantaseren
- zult fantaseren
- zult fantaseren
- zullen fantaseren
- zullen fantaseren
O.t.t.t. (Future)
- had gefantaseerd
- had gefantaseerd
- had gefantaseerd
- had gefantaseerd
- hadden gefantaseerd
- hadden gefantaseerd
- hadden gefantaseerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gefantaseerd
- hebt gefantaseerd
- heeft gefantaseerd
- hebt gefantaseerd
- hebben gefantaseerd
- hebben gefantaseerd
- hebben gefantaseerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gefantaseerd hebben
- zult gefantaseerd hebben
- zal gefantaseerd hebben
- zult gefantaseerd hebben
- zult gefantaseerd hebben
- zullen gefantaseerd hebben
- zullen gefantaseerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gefantaseerd hebben
- zou gefantaseerd hebben
- zou gefantaseerd hebben
- zou gefantaseerd hebben
- zouden gefantaseerd hebben
- zouden gefantaseerd hebben
- zouden gefantaseerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gefantaseerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gefantaseerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)