INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- drifte
- drifte
- drifte
- drifte
- driften
- driften
- driften
O.v.t. (Past)
- zal driften
- zult driften
- zal driften
- zult driften
- zult driften
- zullen driften
- zullen driften
O.t.t.t. (Future)
- had gedrift
- had gedrift
- had gedrift
- had gedrift
- hadden gedrift
- hadden gedrift
- hadden gedrift
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gedrift
- hebt gedrift
- heeft gedrift
- hebt gedrift
- hebben gedrift
- hebben gedrift
- hebben gedrift
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gedrift hebben
- zult gedrift hebben
- zal gedrift hebben
- zult gedrift hebben
- zult gedrift hebben
- zullen gedrift hebben
- zullen gedrift hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gedrift hebben
- zou gedrift hebben
- zou gedrift hebben
- zou gedrift hebben
- zouden gedrift hebben
- zouden gedrift hebben
- zouden gedrift hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)