INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- dresseerde
- dresseerde
- dresseerde
- dresseerde
- dresseerden
- dresseerden
- dresseerden
O.v.t. (Past)
- zal dresseren
- zult dresseren
- zal dresseren
- zult dresseren
- zult dresseren
- zullen dresseren
- zullen dresseren
O.t.t.t. (Future)
- had gedresseerd
- had gedresseerd
- had gedresseerd
- had gedresseerd
- hadden gedresseerd
- hadden gedresseerd
- hadden gedresseerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gedresseerd
- hebt gedresseerd
- heeft gedresseerd
- hebt gedresseerd
- hebben gedresseerd
- hebben gedresseerd
- hebben gedresseerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gedresseerd hebben
- zult gedresseerd hebben
- zal gedresseerd hebben
- zult gedresseerd hebben
- zult gedresseerd hebben
- zullen gedresseerd hebben
- zullen gedresseerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gedresseerd hebben
- zou gedresseerd hebben
- zou gedresseerd hebben
- zou gedresseerd hebben
- zouden gedresseerd hebben
- zouden gedresseerd hebben
- zouden gedresseerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gedresseerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gedresseerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)