INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- dramatiseerde
- dramatiseerde
- dramatiseerde
- dramatiseerde
- dramatiseerden
- dramatiseerden
- dramatiseerden
O.v.t. (Past)
- zal dramatiseren
- zult dramatiseren
- zal dramatiseren
- zult dramatiseren
- zult dramatiseren
- zullen dramatiseren
- zullen dramatiseren
O.t.t.t. (Future)
- had gedramatiseerd
- had gedramatiseerd
- had gedramatiseerd
- had gedramatiseerd
- hadden gedramatiseerd
- hadden gedramatiseerd
- hadden gedramatiseerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gedramatiseerd
- hebt gedramatiseerd
- heeft gedramatiseerd
- hebt gedramatiseerd
- hebben gedramatiseerd
- hebben gedramatiseerd
- hebben gedramatiseerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gedramatiseerd hebben
- zult gedramatiseerd hebben
- zal gedramatiseerd hebben
- zult gedramatiseerd hebben
- zult gedramatiseerd hebben
- zullen gedramatiseerd hebben
- zullen gedramatiseerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gedramatiseerd hebben
- zou gedramatiseerd hebben
- zou gedramatiseerd hebben
- zou gedramatiseerd hebben
- zouden gedramatiseerd hebben
- zouden gedramatiseerd hebben
- zouden gedramatiseerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gedramatiseerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gedramatiseerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zullen gedramatiseerd zijn
-
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zouden gedramatiseerd zijn
-