INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- dolde
- dolde
- dolde
- dolde
- dolden
- dolden
- dolden
O.v.t. (Past)
- zal dollen
- zult dollen
- zal dollen
- zult dollen
- zult dollen
- zullen dollen
- zullen dollen
O.t.t.t. (Future)
- had gedold
- had gedold
- had gedold
- had gedold
- hadden gedold
- hadden gedold
- hadden gedold
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gedold
- hebt gedold
- heeft gedold
- hebt gedold
- hebben gedold
- hebben gedold
- hebben gedold
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gedold hebben
- zult gedold hebben
- zal gedold hebben
- zult gedold hebben
- zult gedold hebben
- zullen gedold hebben
- zullen gedold hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gedold hebben
- zou gedold hebben
- zou gedold hebben
- zou gedold hebben
- zouden gedold hebben
- zouden gedold hebben
- zouden gedold hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)