INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- dissecteerde
- dissecteerde
- dissecteerde
- dissecteerde
- dissecteerden
- dissecteerden
- dissecteerden
O.v.t. (Past)
- zal dissecteren
- zult dissecteren
- zal dissecteren
- zult dissecteren
- zult dissecteren
- zullen dissecteren
- zullen dissecteren
O.t.t.t. (Future)
- had gedissecteerd
- had gedissecteerd
- had gedissecteerd
- had gedissecteerd
- hadden gedissecteerd
- hadden gedissecteerd
- hadden gedissecteerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gedissecteerd
- hebt gedissecteerd
- heeft gedissecteerd
- hebt gedissecteerd
- hebben gedissecteerd
- hebben gedissecteerd
- hebben gedissecteerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gedissecteerd hebben
- zult gedissecteerd hebben
- zal gedissecteerd hebben
- zult gedissecteerd hebben
- zult gedissecteerd hebben
- zullen gedissecteerd hebben
- zullen gedissecteerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gedissecteerd hebben
- zou gedissecteerd hebben
- zou gedissecteerd hebben
- zou gedissecteerd hebben
- zouden gedissecteerd hebben
- zouden gedissecteerd hebben
- zouden gedissecteerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gedissecteerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gedissecteerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zullen gedissecteerd zijn
-
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zouden gedissecteerd zijn
-