INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- dineerde
- dineerde
- dineerde
- dineerde
- dineerden
- dineerden
- dineerden
O.v.t. (Past)
- zal dineren
- zult dineren
- zal dineren
- zult dineren
- zult dineren
- zullen dineren
- zullen dineren
O.t.t.t. (Future)
- had gedineerd
- had gedineerd
- had gedineerd
- had gedineerd
- hadden gedineerd
- hadden gedineerd
- hadden gedineerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gedineerd
- hebt gedineerd
- heeft gedineerd
- hebt gedineerd
- hebben gedineerd
- hebben gedineerd
- hebben gedineerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gedineerd hebben
- zult gedineerd hebben
- zal gedineerd hebben
- zult gedineerd hebben
- zult gedineerd hebben
- zullen gedineerd hebben
- zullen gedineerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gedineerd hebben
- zou gedineerd hebben
- zou gedineerd hebben
- zou gedineerd hebben
- zouden gedineerd hebben
- zouden gedineerd hebben
- zouden gedineerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)