INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- diefde
- diefde
- diefde
- diefde
- diefden
- diefden
- diefden
O.v.t. (Past)
- zal dieven
- zult dieven
- zal dieven
- zult dieven
- zult dieven
- zullen dieven
- zullen dieven
O.t.t.t. (Future)
- had gediefd
- had gediefd
- had gediefd
- had gediefd
- hadden gediefd
- hadden gediefd
- hadden gediefd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gediefd
- hebt gediefd
- heeft gediefd
- hebt gediefd
- hebben gediefd
- hebben gediefd
- hebben gediefd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gediefd hebben
- zult gediefd hebben
- zal gediefd hebben
- zult gediefd hebben
- zult gediefd hebben
- zullen gediefd hebben
- zullen gediefd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gediefd hebben
- zou gediefd hebben
- zou gediefd hebben
- zou gediefd hebben
- zouden gediefd hebben
- zouden gediefd hebben
- zouden gediefd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)