INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- devesteerde
- devesteerde
- devesteerde
- devesteerde
- devesteerden
- devesteerden
- devesteerden
O.v.t. (Past)
- zal devesteren
- zult devesteren
- zal devesteren
- zult devesteren
- zult devesteren
- zullen devesteren
- zullen devesteren
O.t.t.t. (Future)
- had gedevesteerd
- had gedevesteerd
- had gedevesteerd
- had gedevesteerd
- hadden gedevesteerd
- hadden gedevesteerd
- hadden gedevesteerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gedevesteerd
- hebt gedevesteerd
- heeft gedevesteerd
- hebt gedevesteerd
- hebben gedevesteerd
- hebben gedevesteerd
- hebben gedevesteerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gedevesteerd hebben
- zult gedevesteerd hebben
- zal gedevesteerd hebben
- zult gedevesteerd hebben
- zult gedevesteerd hebben
- zullen gedevesteerd hebben
- zullen gedevesteerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gedevesteerd hebben
- zou gedevesteerd hebben
- zou gedevesteerd hebben
- zou gedevesteerd hebben
- zouden gedevesteerd hebben
- zouden gedevesteerd hebben
- zouden gedevesteerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gedevesteerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gedevesteerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)