INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- detoneerde
- detoneerde
- detoneerde
- detoneerde
- detoneerden
- detoneerden
- detoneerden
O.v.t. (Past)
- zal detoneren
- zult detoneren
- zal detoneren
- zult detoneren
- zult detoneren
- zullen detoneren
- zullen detoneren
O.t.t.t. (Future)
- had gedetoneerd
- had gedetoneerd
- had gedetoneerd
- had gedetoneerd
- hadden gedetoneerd
- hadden gedetoneerd
- hadden gedetoneerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gedetoneerd
- hebt gedetoneerd
- heeft gedetoneerd
- hebt gedetoneerd
- hebben gedetoneerd
- hebben gedetoneerd
- hebben gedetoneerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gedetoneerd hebben
- zult gedetoneerd hebben
- zal gedetoneerd hebben
- zult gedetoneerd hebben
- zult gedetoneerd hebben
- zullen gedetoneerd hebben
- zullen gedetoneerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gedetoneerd hebben
- zou gedetoneerd hebben
- zou gedetoneerd hebben
- zou gedetoneerd hebben
- zouden gedetoneerd hebben
- zouden gedetoneerd hebben
- zouden gedetoneerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)