NL.png desinvesteren

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • desinvesteren

O.t.t. (Present)

  • desinvesteerde
  • desinvesteerde
  • desinvesteerde
  • desinvesteerde
  • desinvesteerden
  • desinvesteerden
  • desinvesteerden
 

O.v.t. (Past)

  • zal desinvesteren
  • zult desinvesteren
  • zal desinvesteren
  • zult desinvesteren
  • zult desinvesteren
  • zullen desinvesteren
  • zullen desinvesteren

O.t.t.t. (Future)

  • had gedesinvesteerd
  • had gedesinvesteerd
  • had gedesinvesteerd
  • had gedesinvesteerd
  • hadden gedesinvesteerd
  • hadden gedesinvesteerd
  • hadden gedesinvesteerd
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb gedesinvesteerd
  • hebt gedesinvesteerd
  • heeft gedesinvesteerd
  • hebt gedesinvesteerd
  • hebben gedesinvesteerd
  • hebben gedesinvesteerd
  • hebben gedesinvesteerd

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal gedesinvesteerd hebben
  • zult gedesinvesteerd hebben
  • zal gedesinvesteerd hebben
  • zult gedesinvesteerd hebben
  • zult gedesinvesteerd hebben
  • zullen gedesinvesteerd hebben
  • zullen gedesinvesteerd hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou gedesinvesteerd hebben
  • zou gedesinvesteerd hebben
  • zou gedesinvesteerd hebben
  • zou gedesinvesteerd hebben
  • zouden gedesinvesteerd hebben
  • zouden gedesinvesteerd hebben
  • zouden gedesinvesteerd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden gedesinvesteerd
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden gedesinvesteerd
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen gedesinvesteerd worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden gedesinvesteerd worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn gedesinvesteerd
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was gedesinvesteerd
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen gedesinvesteerd zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden gedesinvesteerd zijn
  •