INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

• deseksualiseren

O.t.t. (Present)

• deseksualiseerde
• deseksualiseerde
• deseksualiseerde
• deseksualiseerde
• deseksualiseerden
• deseksualiseerden
• deseksualiseerden

O.v.t. (Past)

• zal deseksualiseren
• zult deseksualiseren
• zal deseksualiseren
• zult deseksualiseren
• zult deseksualiseren
• zullen deseksualiseren
• zullen deseksualiseren

O.t.t.t. (Future)

• had gedeseksualiseerd
• had gedeseksualiseerd
• had gedeseksualiseerd
• had gedeseksualiseerd
• hadden gedeseksualiseerd
• hadden gedeseksualiseerd
• hadden gedeseksualiseerd

O.v.t.t. (Condicional)

• heb gedeseksualiseerd
• hebt gedeseksualiseerd
• heeft gedeseksualiseerd
• hebt gedeseksualiseerd
• hebben gedeseksualiseerd
• hebben gedeseksualiseerd
• hebben gedeseksualiseerd

V.t.t.t. (Future Perfect)

• zal gedeseksualiseerd hebben
• zult gedeseksualiseerd hebben
• zal gedeseksualiseerd hebben
• zult gedeseksualiseerd hebben
• zult gedeseksualiseerd hebben
• zullen gedeseksualiseerd hebben
• zullen gedeseksualiseerd hebben

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

• zou gedeseksualiseerd hebben
• zou gedeseksualiseerd hebben
• zou gedeseksualiseerd hebben
• zou gedeseksualiseerd hebben
• zouden gedeseksualiseerd hebben
• zouden gedeseksualiseerd hebben
• zouden gedeseksualiseerd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

• worden gedeseksualiseerd
•  

O.v.t. (Past)

• worden gedeseksualiseerd
•  

O.t.t.t. (Future)

• zullen gedeseksualiseerd worden
•  

O.v.t.t. (Condicional)

• zouden gedeseksualiseerd worden
•  

V.t.t. (Present Perfect)

• zijn gedeseksualiseerd
•  

V.v.t. (Past Perfect)

• was gedeseksualiseerd
•  

V.t.t.t. (Future Perfect)

• zullen gedeseksualiseerd zijn
•  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

• zouden gedeseksualiseerd zijn
•