INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- desacraliseerde
- desacraliseerde
- desacraliseerde
- desacraliseerde
- desacraliseerden
- desacraliseerden
- desacraliseerden
O.v.t. (Past)
- zal desacraliseren
- zult desacraliseren
- zal desacraliseren
- zult desacraliseren
- zult desacraliseren
- zullen desacraliseren
- zullen desacraliseren
O.t.t.t. (Future)
- had gedesacraliseerd
- had gedesacraliseerd
- had gedesacraliseerd
- had gedesacraliseerd
- hadden gedesacraliseerd
- hadden gedesacraliseerd
- hadden gedesacraliseerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gedesacraliseerd
- hebt gedesacraliseerd
- heeft gedesacraliseerd
- hebt gedesacraliseerd
- hebben gedesacraliseerd
- hebben gedesacraliseerd
- hebben gedesacraliseerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gedesacraliseerd hebben
- zult gedesacraliseerd hebben
- zal gedesacraliseerd hebben
- zult gedesacraliseerd hebben
- zult gedesacraliseerd hebben
- zullen gedesacraliseerd hebben
- zullen gedesacraliseerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gedesacraliseerd hebben
- zou gedesacraliseerd hebben
- zou gedesacraliseerd hebben
- zou gedesacraliseerd hebben
- zouden gedesacraliseerd hebben
- zouden gedesacraliseerd hebben
- zouden gedesacraliseerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gedesacraliseerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gedesacraliseerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zullen gedesacraliseerd zijn
-
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zouden gedesacraliseerd zijn
-