INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- derangeerde
- derangeerde
- derangeerde
- derangeerde
- derangeerden
- derangeerden
- derangeerden
O.v.t. (Past)
- zal derangeren
- zult derangeren
- zal derangeren
- zult derangeren
- zult derangeren
- zullen derangeren
- zullen derangeren
O.t.t.t. (Future)
- had gederangeerd
- had gederangeerd
- had gederangeerd
- had gederangeerd
- hadden gederangeerd
- hadden gederangeerd
- hadden gederangeerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gederangeerd
- hebt gederangeerd
- heeft gederangeerd
- hebt gederangeerd
- hebben gederangeerd
- hebben gederangeerd
- hebben gederangererd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gederangeerd hebben
- zult gederangeerd hebben
- zal gederangeerd hebben
- zult gederangeerd hebben
- zult gederangeerd hebben
- zullen gederangeerd hebben
- zullen gederangeerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gederangeerd hebben
- zou gederangeerd hebben
- zou gederangeerd hebben
- zou gederangeerd hebben
- zouden gederangeerd hebben
- zouden gederangeerd hebben
- zouden gederangeerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gederangeerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gederangeerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)