INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- deprogrammeerde
- deprogrammeerde
- deprogrammeerde
- deprogrammeerde
- deprogrammeerden
- deprogrammeerden
- deprogrammeerden
O.v.t. (Past)
- zal deprogrammeren
- zult deprogrammeren
- zal deprogrammeren
- zult deprogrammeren
- zult deprogrammeren
- zullen deprogrammeren
- zullen deprogrammeren
O.t.t.t. (Future)
- had gedeprogrammeerd
- had gedeprogrammeerd
- had gedeprogrammeerd
- had gedeprogrammeerd
- hadden gedeprogrammeerd
- hadden gedeprogrammeerd
- hadden gedeprogrammeerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gedeprogrammeerd
- hebt gedeprogrammeerd
- heeft gedeprogrammeerd
- hebt gedeprogrammeerd
- hebben gedeprogrammeerd
- hebben gedeprogrammeerd
- hebben gedeprogrammeerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gedeprogrammeerd hebben
- zult gedeprogrammeerd hebben
- zal gedeprogrammeerd hebben
- zult gedeprogrammeerd hebben
- zult gedeprogrammeerd hebben
- zullen gedeprogrammeerd hebben
- zullen gedeprogrammeerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gedeprogrammeerd hebben
- zou gedeprogrammeerd hebben
- zou gedeprogrammeerd hebben
- zou gedeprogrammeerd hebben
- zouden gedeprogrammeerd hebben
- zouden gedeprogrammeerd hebben
- zouden gedeprogrammeerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gedeprogrammeerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gedeprogrammeerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zullen gedeprogrammeerd zijn
-
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zouden gedeprogrammeerd zijn
-