INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- deprimeerde
- deprimeerde
- deprimeerde
- deprimeerde
- deprimeerden
- deprimeerden
- deprimeerden
O.v.t. (Past)
- zal deprimeren
- zult deprimeren
- zal deprimeren
- zult deprimeren
- zult deprimeren
- zullen deprimeren
- zullen deprimeren
O.t.t.t. (Future)
- had gedeprimeerd
- had gedeprimeerd
- had gedeprimeerd
- had gedeprimeerd
- hadden gedeprimeerd
- hadden gedeprimeerd
- hadden gedeprimeerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gedeprimeerd
- hebt gedeprimeerd
- heeft gedeprimeerd
- hebt gedeprimeerd
- hebben gedeprimeerd
- hebben gedeprimeerd
- hebben gedeprimeerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gedeprimeerd hebben
- zult gedeprimeerd hebben
- zal gedeprimeerd hebben
- zult gedeprimeerd hebben
- zult gedeprimeerd hebben
- zullen gedeprimeerd hebben
- zullen gedeprimeerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gedeprimeerd hebben
- zou gedeprimeerd hebben
- zou gedeprimeerd hebben
- zou gedeprimeerd hebben
- zouden gedeprimeerd hebben
- zouden gedeprimeerd hebben
- zouden gedeprimeerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gedeprimeerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gedeprimeerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)