NL.png deployeren

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • deployeren

O.t.t. (Present)

  • deployeerde
  • deployeerde
  • deployeerde
  • deployeerde
  • deployeerden
  • deployeerden
  • deployeerden
 

O.v.t. (Past)

  • zal deployeren
  • zult deployeren
  • zal deployeren
  • zult deployeren
  • zult deployeren
  • zullen deployeren
  • zullen deployeren

O.t.t.t. (Future)

  • had gedeployeerd
  • had gedeployeerd
  • had gedeployeerd
  • had gedeployeerd
  • hadden gedeployeerd
  • hadden gedeployeerd
  • hadden gedeployeerd
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb gedeployeerd
  • hebt gedeployeerd
  • heeft gedeployeerd
  • hebt gedeployeerd
  • hebben gedeployeerd
  • hebben gedeployeerd
  • hebben gedeployeerd

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal gedeployeerd hebben
  • zult gedeployeerd hebben
  • zal gedeployeerd hebben
  • zult gedeployeerd hebben
  • zult gedeployeerd hebben
  • zullen gedeployeerd hebben
  • zullen gedeployeerd hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou gedeployeerd hebben
  • zou gedeployeerd hebben
  • zou gedeployeerd hebben
  • zou gedeployeerd hebben
  • zouden gedeployeerd hebben
  • zouden gedeployeerd hebben
  • zouden gedeployeerd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden gedeployeerd
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden gedeployeerd
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen gedeployeerd worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden gedeployeerd worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn gedeployeerd
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was gedeployeerd
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen gedeployeerd zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden gedeployeerd zijn
  •