INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- deplaceerde
- deplaceerde
- deplaceerde
- deplaceerde
- deplaceerden
- deplaceerden
- deplaceerden
O.v.t. (Past)
- zal deplaceren
- zult deplaceren
- zal deplaceren
- zult deplaceren
- zult deplaceren
- zullen deplaceren
- zullen deplaceren
O.t.t.t. (Future)
- had gedeplaceerd
- had gedeplaceerd
- had gedeplaceerd
- had gedeplaceerd
- hadden gedeplaceerd
- hadden gedeplaceerd
- hadden gedeplaceerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gedeplaceerd
- hebt gedeplaceerd
- heeft gedeplaceerd
- hebt gedeplaceerd
- hebben gedeplaceerd
- hebben gedeplaceerd
- hebben gedeplaceerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gedeplaceerd hebben
- zult gedeplaceerd hebben
- zal gedeplaceerd hebben
- zult gedeplaceerd hebben
- zult gedeplaceerd hebben
- zullen gedeplaceerd hebben
- zullen gedeplaceerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gedeplaceerd hebben
- zou gedeplaceerd hebben
- zou gedeplaceerd hebben
- zou gedeplaceerd hebben
- zouden gedeplaceerd hebben
- zouden gedeplaceerd hebben
- zouden gedeplaceerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gedeplaceerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gedeplaceerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)