NL.png demulgeren

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • demulgeren

O.t.t. (Present)

  • demulgeerde
  • demulgeerde
  • demulgeerde
  • demulgeerde
  • demulgeerden
  • demulgeerden
  • demulgeerden
 

O.v.t. (Past)

  • zal demulgeren
  • zult demulgeren
  • zal demulgeren
  • zult demulgeren
  • zult demulgeren
  • zullen demulgeren
  • zullen demulgeren

O.t.t.t. (Future)

  • had gedemulgeerd
  • had gedemulgeerd
  • had gedemulgeerd
  • had gedemulgeerd
  • hadden gedemulgeerd
  • hadden gedemulgeerd
  • hadden gedemulgeerd
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb gedemulgeerd
  • hebt gedemulgeerd
  • heeft gedemulgeerd
  • hebt gedemulgeerd
  • hebben gedemulgeerd
  • hebben gedemulgeerd
  • hebben gedemulgeerd

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal gedemulgeerd hebben
  • zult gedemulgeerd hebben
  • zal gedemulgeerd hebben
  • zult gedemulgeerd hebben
  • zult gedemulgeerd hebben
  • zullen gedemulgeerd hebben
  • zullen gedemulgeerd hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou gedemulgeerd hebben
  • zou gedemulgeerd hebben
  • zou gedemulgeerd hebben
  • zou gedemulgeerd hebben
  • zouden gedemulgeerd hebben
  • zouden gedemulgeerd hebben
  • zouden gedemulgeerd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden gedemulgeerd
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden gedemulgeerd
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen gedemulgeerd worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden gedemulgeerd worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn gedemulgeerd
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was gedemulgeerd
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen gedemulgeerd zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden gedemulgeerd zijn
  •