INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- demoraliseerde
- demoraliseerde
- demoraliseerde
- demoraliseerde
- demoraliseerden
- demoraliseerden
- demoraliseerden
O.v.t. (Past)
- zal demoraliseren
- zult demoraliseren
- zal demoraliseren
- zult demoraliseren
- zult demoraliseren
- zullen demoraliseren
- zullen demoraliseren
O.t.t.t. (Future)
- had gedemoraliseerd
- had gedemoraliseerd
- had gedemoraliseerd
- had gedemoraliseerd
- hadden gedemoraliseerd
- hadden gedemoraliseerd
- hadden gedemoraliseerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gedemoraliseerd
- hebt gedemoraliseerd
- heeft gedemoraliseerd
- hebt gedemoraliseerd
- hebben gedemoraliseerd
- hebben gedemoraliseerd
- hebben gedemoraliseerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gedemoraliseerd hebben
- zult gedemoraliseerd hebben
- zal gedemoraliseerd hebben
- zult gedemoraliseerd hebben
- zult gedemoraliseerd hebben
- zullen gedemoraliseerd hebben
- zullen gedemoraliseerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gedemoraliseerd hebben
- zou gedemoraliseerd hebben
- zou gedemoraliseerd hebben
- zou gedemoraliseerd hebben
- zouden gedemoraliseerd hebben
- zouden gedemoraliseerd hebben
- zouden gedemoraliseerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gedemoraliseerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gedemoraliseerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zullen gedemoraliseerd zijn
-
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zouden gedemoraliseerd zijn
-