NL.png defenderen

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • defenderen

O.t.t. (Present)

  • defendeerde
  • defendeerde
  • defendeerde
  • defendeerde
  • defendeerden
  • defendeerden
  • defendeerden
 

O.v.t. (Past)

  • zal defenderen
  • zult defenderen
  • zal defenderen
  • zult defenderen
  • zult defenderen
  • zullen defenderen
  • zullen defenderen

O.t.t.t. (Future)

  • had gedefendeerd
  • had gedefendeerd
  • had gedefendeerd
  • had gedefendeerd
  • hadden gedefendeerd
  • hadden gedefendeerd
  • hadden gedefendeerd
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb gedefendeerd
  • hebt gedefendeerd
  • heeft gedefendeerd
  • hebt gedefendeerd
  • hebben gedefendeerd
  • hebben gedefendeerd
  • hebben gedefendeerd

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal gedefendeerd hebben
  • zult gedefendeerd hebben
  • zal gedefendeerd hebben
  • zult gedefendeerd hebben
  • zult gedefendeerd hebben
  • zullen gedefendeerd hebben
  • zullen gedefendeerd hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou gedefendeerd hebben
  • zou gedefendeerd hebben
  • zou gedefendeerd hebben
  • zou gedefendeerd hebben
  • zouden gedefendeerd hebben
  • zouden gedefendeerd hebben
  • zouden gedefendeerd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden gedefendeerd
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden gedefendeerd
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen gedefendeerd worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden gedefendeerd worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn gedefendeerd
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was gedefendeerd
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen gedefendeerd zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden gedefendeerd zijn
  •