INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- deconditioneerde
- deconditioneerde
- deconditioneerde
- deconditioneerde
- deconditioneerden
- deconditioneerden
- deconditioneerden
O.v.t. (Past)
- zal deconditioneren
- zult deconditioneren
- zal deconditioneren
- zult deconditioneren
- zult deconditioneren
- zullen deconditioneren
- zullen deconditioneren
O.t.t.t. (Future)
- had gedeconditioneerd
- had gedeconditioneerd
- had gedeconditioneerd
- had gedeconditioneerd
- hadden gedeconditioneerd
- hadden gedeconditioneerd
- hadden gedeconditioneerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gedeconditioneerd
- hebt gedeconditioneerd
- heeft gedeconditioneerd
- hebt gedeconditioneerd
- hebben gedeconditioneerd
- hebben gedeconditioneerd
- hebben gedeconditioneerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gedeconditioneerd hebben
- zult gedeconditioneerd hebben
- zal gedeconditioneerd hebben
- zult gedeconditioneerd hebben
- zult gedeconditioneerd hebben
- zullen gedeconditioneerd hebben
- zullen gedeconditioneerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gedeconditioneerd hebben
- zou gedeconditioneerd hebben
- zou gedeconditioneerd hebben
- zou gedeconditioneerd hebben
- zouden gedeconditioneerd hebben
- zouden gedeconditioneerd hebben
- zouden gedeconditioneerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gedeconditioneerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gedeconditioneerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zullen gedeconditioneerd zijn
-
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zouden gedeconditioneerd zijn
-