NL.png dechiffreren

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • dechiffreren

O.t.t. (Present)

  • dechiffreerde
  • dechiffreerde
  • dechiffreerde
  • dechiffreerde
  • dechiffreerden
  • dechiffreerden
  • dechiffreerden
 

O.v.t. (Past)

  • zal dechiffreren
  • zult dechiffreren
  • zal dechiffreren
  • zult dechiffreren
  • zult dechiffreren
  • zullen dechiffreren
  • zullen dechiffreren

O.t.t.t. (Future)

  • had gedechiffreerd
  • had gedechiffreerd
  • had gedechiffreerd
  • had gedechiffreerd
  • hadden gedechiffreerd
  • hadden gedechiffreerd
  • hadden gedechiffreerd
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb gedechiffreerd
  • hebt gedechiffreerd
  • heeft gedechiffreerd
  • hebt gedechiffreerd
  • hebben gedechiffreerd
  • hebben gedechiffreerd
  • hebben gedechiffreerd

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal gedechiffreerd hebben
  • zult gedechiffreerd hebben
  • zal gedechiffreerd hebben
  • zult gedechiffreerd hebben
  • zult gedechiffreerd hebben
  • zullen gedechiffreerd hebben
  • zullen gedechiffreerd hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou gedechiffreerd hebben
  • zou gedechiffreerd hebben
  • zou gedechiffreerd hebben
  • zou gedechiffreerd hebben
  • zouden gedechiffreerd hebben
  • zouden gedechiffreerd hebben
  • zouden gedechiffreerd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden gedechiffreerd
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden gedechiffreerd
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen gedechiffreerd worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden gedechiffreerd worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn gedechiffreerd
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was gedechiffreerd
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen gedechiffreerd zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden gedechiffreerd zijn
  •