INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- decatiseerde
- decatiseerde
- decatiseerde
- decatiseerde
- decatiseerden
- decatiseerden
- decatiseerden
O.v.t. (Past)
- zal decatiseren
- zult decatiseren
- zal decatiseren
- zult decatiseren
- zult decatiseren
- zullen decatiseren
- zullen decatiseren
O.t.t.t. (Future)
- had gedecatiseerd
- had gedecatiseerd
- had gedecatiseerd
- had gedecatiseerd
- hadden gedecatiseerd
- hadden gedecatiseerd
- hadden gedecatiseerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gedecatiseerd
- hebt gedecatiseerd
- heeft gedecatiseerd
- hebt gedecatiseerd
- hebben gedecatiseerd
- hebben gedecatiseerd
- hebben gedecatiseerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gedecatiseerd hebben
- zult gedecatiseerd hebben
- zal gedecatiseerd hebben
- zult gedecatiseerd hebben
- zult gedecatiseerd hebben
- zullen gedecatiseerd hebben
- zullen gedecatiseerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gedecatiseerd hebben
- zou gedecatiseerd hebben
- zou gedecatiseerd hebben
- zou gedecatiseerd hebben
- zouden gedecatiseerd hebben
- zouden gedecatiseerd hebben
- zouden gedecatiseerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gedecatiseerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gedecatiseerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zullen gedecatiseerd zijn
-
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zouden gedecatiseerd zijn
-