INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- creosoteerde
- creosoteerde
- creosoteerde
- creosoteerde
- creosoteerden
- creosoteerden
- creosoteerden
O.v.t. (Past)
- zal creosoteren
- zult creosoteren
- zal creosoteren
- zult creosoteren
- zult creosoteren
- zullen creosoteren
- zullen creosoteren
O.t.t.t. (Future)
- had gecreosoteerd
- had gecreosoteerd
- had gecreosoteerd
- had gecreosoteerd
- hadden gecreosoteerd
- hadden gecreosoteerd
- hadden gecreosoteerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gecreosoteerd
- hebt gecreosoteerd
- heeft gecreosoteerd
- hebt gecreosoteerd
- hebben gecreosoteerd
- hebben gecreosoteerd
- hebben gecreosoteerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gecreosoteerd hebben
- zult gecreosoteerd hebben
- zal gecreosoteerd hebben
- zult gecreosoteerd hebben
- zult gecreosoteerd hebben
- zullen gecreosoteerd hebben
- zullen gecreosoteerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gecreosoteerd hebben
- zou gecreosoteerd hebben
- zou gecreosoteerd hebben
- zou gecreosoteerd hebben
- zouden gecreosoteerd hebben
- zouden gecreosoteerd hebben
- zouden gecreosoteerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gecreosoteerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gecreosoteerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zullen gecreosoteerd zijn
-
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zouden gecreosoteerd zijn
-