INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- corrodeerde
- corrodeerde
- corrodeerde
- corrodeerde
- corrodeerden
- corrodeerden
- corrodeerden
O.v.t. (Past)
- zal corroderen
- zult corroderen
- zal corroderen
- zult corroderen
- zult corroderen
- zullen corroderen
- zullen corroderen
O.t.t.t. (Future)
- had gecorrodeerd
- had gecorrodeerd
- had gecorrodeerd
- had gecorrodeerd
- hadden gecorrodeerd
- hadden gecorrodeerd
- hadden gecorrodeerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gecorrodeerd
- hebt gecorrodeerd
- heeft gecorrodeerd
- hebt gecorrodeerd
- hebben gecorrodeerd
- hebben gecorrodeerd
- hebben gecorrodeerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gecorrodeerd hebben
- zult gecorrodeerd hebben
- zal gecorrodeerd hebben
- zult gecorrodeerd hebben
- zult gecorrodeerd hebben
- zullen gecorrodeerd hebben
- zullen gecorrodeerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gecorrodeerd hebben
- zou gecorrodeerd hebben
- zou gecorrodeerd hebben
- zou gecorrodeerd hebben
- zouden gecorrodeerd hebben
- zouden gecorrodeerd hebben
- zouden gecorrodeerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gecorrodeerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gecorrodeerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
v.v.t.t. (Conditional Perfect)