INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- contrasigneerde
- contrasigneerde
- contrasigneerde
- contrasigneerde
- contrasigneerden
- contrasigneerden
- contrasigneerden
O.v.t. (Past)
- zal contrasigneren
- zult contrasigneren
- zal contrasigneren
- zult contrasigneren
- zult contrasigneren
- zullen contrasigneren
- zullen contrasigneren
O.t.t.t. (Future)
- had gecontrasigneerd
- had gecontrasigneerd
- had gecontrasigneerd
- had gecontrasigneerd
- hadden gecontrasigneerd
- hadden gecontrasigneerd
- hadden gecontrasigneed
O.v.t.t. (Condicional)
- heb gecontrasigneerd
- hebt gecontrasigneerd
- heeft gecontrasigneerd
- hebt gecontrasigneerd
- hebben gecontrasigneerd
- hebben gecontrasigneerd
- hebben gecontrasigneerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal gecontrasigneerd hebben
- zult gecontrasigneerd hebben
- zal gecontrasigneerd hebben
- zult gecontrasigneerd hebben
- zult gecontrasigneerd hebben
- zullen gecontrasigneerd hebben
- zullen gecontrasigneerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou gecontrasigneerd hebben
- zou gecontrasigneerd hebben
- zou gecontrasigneerd hebben
- zou gecontrasigneerd hebben
- zouden gecontrasigneerd hebben
- zouden gecontrasigneerd hebben
- zouden gecontrasigneerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen gecontrasigneerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden gecontrasigneerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zullen gecontrasigneerd zijn
-
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zouden gecontrasigneerd zijn
-