NL.png contramineren

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • contramineren

O.t.t. (Present)

  • contramineerde
  • contramineerde
  • contramineerde
  • contramineerde
  • contramineerden
  • contramineerden
  • contramineerden
 

O.v.t. (Past)

  • zal contramineren
  • zult contramineren
  • zal contramineren
  • zult contramineren
  • zult contramineren
  • zullen contramineren
  • zullen contramineren

O.t.t.t. (Future)

  • had gecontramineerd
  • had gecontramineerd
  • had gecontramineerd
  • had gecontramineerd
  • hadden gecontramineerd
  • hadden gecontramineerd
  • hadden gecontramineerd
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb gecontramineerd
  • hebt gecontramineerd
  • heeft gecontramineerd
  • hebt gecontramineerd
  • hebben gecontramineerd
  • hebben gecontramineerd
  • hebben gecontramineerd

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal gecontramineerd hebben
  • zult gecontramineerd hebben
  • zal gecontramineerd hebben
  • zult gecontramineerd hebben
  • zult gecontramineerd hebben
  • zullen gecontramineerd hebben
  • zullen gecontramineerd hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou gecontramineerd hebben
  • zou gecontramineerd hebben
  • zou gecontramineerd hebben
  • zou gecontramineerd hebben
  • zouden gecontramineerd hebben
  • zouden gecontramineerd hebben
  • zouden gecontramineerd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • *
  •  

O.v.t. (Past)

  • *
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • *
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • *
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • *
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • *
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • *
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • *
  •