NL.png contacteren

INDICATIVE ACTIVE

Infinitive

  • contacteren

O.t.t. (Present)

  • contacteerde
  • contacteerde
  • contacteerde
  • contacteerde
  • contacteerden
  • contacteerden
  • contacteerden
 

O.v.t. (Past)

  • zal contacteren
  • zult contacteren
  • zal contacteren
  • zult contacteren
  • zult contacteren
  • zullen contacteren
  • zullen contacteren

O.t.t.t. (Future)

  • had gecontacteerd
  • had gecontacteerd
  • had gecontacteerd
  • had gecontacteerd
  • hadden gecontacteerd
  • hadden gecontacteerd
  • hadden gecontacteerd
 

O.v.t.t. (Condicional)

  • heb gecontacteerd
  • hebt gecontacteerd
  • heeft gecontacteerd
  • hebt gecontacteerd
  • hebben gecontacteerd
  • hebben gecontacteerd
  • hebben gecontacteerd

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zal gecontacteerd hebben
  • zult gecontacteerd hebben
  • zal gecontacteerd hebben
  • zult gecontacteerd hebben
  • zult gecontacteerd hebben
  • zullen gecontacteerd hebben
  • zullen gecontacteerd hebben
 

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zou gecontacteerd hebben
  • zou gecontacteerd hebben
  • zou gecontacteerd hebben
  • zou gecontacteerd hebben
  • zouden gecontacteerd hebben
  • zouden gecontacteerd hebben
  • zouden gecontacteerd hebben

LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)

O.t.t. (Present)

  • worden gecontacteerd
  •  

O.v.t. (Past)

  • worden gecontacteerd
  •  
 

O.t.t.t. (Future)

  • zullen gecontacteerd worden
  •  

O.v.t.t. (Condicional)

  • zouden gecontacteerd worden
  •  
 

V.t.t. (Present Perfect)

  • zijn gecontacteerd
  •  

V.v.t. (Past Perfect)

  • was gecontacteerd
  •  
 

V.t.t.t. (Future Perfect)

  • zullen gecontacteerd zijn
  •  

v.v.t.t. (Conditional Perfect)

  • zouden gecontacteerd zijn
  •