INDICATIVE ACTIVE
O.t.t. (Present)
- consenteerde
- consenteerde
- consenteerde
- consenteerde
- consenteerden
- consenteerden
- consenteerden
O.v.t. (Past)
- zal consenteren
- zult consenteren
- zal consenteren
- zult consenteren
- zult consenteren
- zullen consenteren
- zullen consenteren
O.t.t.t. (Future)
- had geconsenteerd
- had geconsenteerd
- had geconsenteerd
- had geconsenteerd
- hadden geconsenteerd
- hadden geconsenteerd
- hadden geconsenteerd
O.v.t.t. (Condicional)
- heb geconsenteerd
- hebt geconsenteerd
- heeft geconsenteerd
- hebt geconsenteerd
- hebben geconsenteerd
- hebben geconsenteerd
- hebben geconsenteerd
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zal geconsenteerd hebben
- zult geconsenteerd hebben
- zal geconsenteerd hebben
- zult geconsenteerd hebben
- zult geconsenteerd hebben
- zullen geconsenteerd hebben
- zullen geconsenteerd hebben
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zou geconsenteerd hebben
- zou geconsenteerd hebben
- zou geconsenteerd hebben
- zou geconsenteerd hebben
- zouden geconsenteerd hebben
- zouden geconsenteerd hebben
- zouden geconsenteerd hebben
LIJDENDE VORM (SYNOPSIS)
O.t.t.t. (Future)
- zullen geconsenteerd worden
-
O.v.t.t. (Condicional)
- zouden geconsenteerd worden
-
V.t.t.t. (Future Perfect)
- zullen geconsenteerd zijn
-
v.v.t.t. (Conditional Perfect)
- zouden geconsenteerd zijn
-